Lilian Kranenburg recenseert ‘De Nieuwe Keizer’ van Ties Dams
Recensie De Nieuwe Keizer Xi Jinping de machtigste man van China
Zal Xi blijken de architect van ‘s werelds 21ste eeuwse globaliseringsbouwwerk te zijn – dat vraagt Ties Dams zich in zijn biografie over Xi Jinping (1953) af. En is Xi de beschermer waarvoor China altijd heeft gestaan: een amalgaam van bestuur, cultuur en filosofie waarin ‘de lange lijnen in het denken over orde en chaos, harmonie en relaties’ tot uitdrukking komen? Dit alles onderzoekt Ties Dams in zijn biografie over de huidige leider van China.
De keuze van zijn onderwerp ligt besloten in zijn fascinatie voor macht en hoe die wordt toegepast, door alle tijden heen. In zijn boek laat Dams zien dat Xi Jinping een pad voor China kiest dat voortbouwt op een eeuwenoud adagium dat stelt dat China de opperste beschaving onder de hemel is. De vernederende en stormachtige gebeurtenissen uit het moderne verleden dienen als pijnlijke herinneringen aan een zwak China dat niet bij machte was weerwoord te geven op buitenlandse en verlammende, disruptieve binnenlandse krachten.
China’s grootheid en de vanzelfsprekende terugkeer naar de top
Dams bouwt in de eerste hoofdstukken aan een chronologisch overzicht waarin de ontstaansgeschiedenis en legitimiteit van de Chinese Communistische Partij uitgelegd wordt. Om de wereld te begrijpen waarbinnen de jonge Xi Jinping geboren wordt en zich uiteindelijk met vallen en opstaan omhooggewerkt tot het hoogste ambt, is deze context essentieel. Als zoon van een revolutionair en politiek leider van het eerste uur- Xi Zhongxun sluit zich in 1933 aan bij het Rode Leger en wordt leider van de uitvalsbasis Yan’an, is Xi jr vanaf zijn geboorte verzekerd van een positie aan het Rode aristocratische hof. Dams beschrijft hoe Xi in een sedan met geblindeerde ruiten naar school gebracht wordt. En hoewel de elitaire wereld waarbinnen Xi opgroeit tegenstrijdig lijkt met de opzet en missie die de CCP zichzelf had opgelegd, namelijk de creatie van een klasseloze maatschappij naar voorbeeld van Marx en Lenin, is hier geenszins sprake van. De Rode elite ziet zichzelf als de gedoodverfde erfgenaam van het Chinese rijk die tot taak heeft invulling te geven aan de heerschappij over tianxia, ofwel ‘alles onder de hemel’. De concentrische cirkels van beschaving en macht die uitwaaieren tot in de verste uithoeken van de wereld geven aan China de positie van welhaast zelfsprekende leider. Dit klassieke Chinese concept laat Dams regelmatig terugkomen omdat het mede verklaard hoe China aankijkt tegen begrippen als hegemonie, grenzen, relaties en beschaving.
Kwetsbaarheid van macht
Door interne machinaties valt de vader, die vanaf de oprichting van de Volksrepubliek hoofdsecretaris van het kabinet is en later propagandabaas, in 1962 in ongenade. De jonge Xi verliest daarmee ook direct al zijn privileges als Rode prins, wordt plots een zoon van een verrader genoemd en zal hij zijn vader jarenlang niet zien. Aanvankelijk blijft Xi Jinping in Beijing waar hij naar een school voor ‘outcasts’ gaat. Wanneer de Culturele Revolutie (1966-1976) in al zijn hevigheid losbarst, wordt Xi’s moeder gedwongen publiekelijk haar zoon te verloochenen terwijl Xi zijn vader tijdens een openbare zelfkritiek-bijeenkomst moet aanvallen. Vader is inmiddels in Xi’an in het gevang beland. Xi’s halfzus zal, in een wanhoopspoging het geweld te ontvluchten, zichzelf ophangen. Wanneer in 1968 wordt opgeroepen alle stadsjongeren, inclusief de tot dan toe vrij reizende en plunderende Rode Gardisten naar het platteland te sturen, belandt de jonge Xi na drie dagen reizen in Liangjiahe, een bergdorp in de buurt van Yan’an. Xi zou nuchter hebben gereageerd:’ Iedereen in de trein huilde, behalve ik: als ik niet was vertrokken, weet ik niet of ik [de Culturele Revolutie] overleefd zou hebben.’ Na zeven keer geweigerd te zijn op grond van zijn familienaam, wordt Xi in 1974 lid van de CCP. Inmiddels is de grot waar hij negen jaar in ondergebracht werd een pelgrimsoord geworden voor Rood toerisme.
Ofschoon hij zijn middelbare school niet af kon maken wordt hij toch toegelaten tot de prestigieuze Tsinghua Universiteit waar hij technische scheikunde studeert. Gedurende zijn studie wordt hij ook lid van het Volksbevrijdingsleger. Met iedere stap die hij zet, illustreert Dams, prepareert Xi zijn toekomst – hij is ambitieus, doch voorzichtig, geduldig, doch ondoorgrondelijk. De mandarijnenelite die onder Deng Xiaoping afstudeert aan deze universiteit zal voor een groot gedeelte het Centrale Comité van de CCP bevolken. Zo ook de huidige premier van China, Li Keqiang. Xi werkt bovendien het liefst samen met mensen die hij goed kent, zoals en Wang Qishan die zijn anti-corruptie campagne optuigde en Liu He, hoofdeconoom en onderhandelaar met VS.
Xi sr. van grote invloed op zoon
Pas na de dood van Mao Zedong in 1976 en de daaropvolgende veroordeling van de Bende van Vier in 1977, wordt Xi Zhongxun gerehabiliteerd en herenigd met zijn familie in Beijing. Xi sr. hervindt zijn positie als topbestuurder onder Deng Xiaoping en Xi Jr. begint zijn lange weg omhoog naar de partijtop. Wanneer hij dat kan, zal hij zorgen dat zijn zoon de partijladder kan opklimmen, niet altijd met succes zal blijken!
Het boek leest gretig weg omdat er zoveel verschillende niveaus aan informatiestromen voorbijkomen. Op macroniveau worden concepten die specifiek voor China gelden uitgelegd, van Tianxia, tot het keizerlijke examenstelsel, van de Eeuw van Vernedering tot de opkomst van de CCP en de daarmee samenhangende relevante politieke campagnes die zoveel offers vroegen van de familie Xi alsmede hun strijd-en landgenoten. Op microniveau is het boek doorspekt met allerlei kleine weetjes over Xi, zoals zijn stukgelopen eerste huwelijk, het feit dat hij een name dropper is en geen gelegenheid voorbij laat gaan om te laten weten welke Russische auteurs hij gelezen heeft, de financiële missers die hij als gouverneur van Fujian maakte, zijn liefde voor Hollywoodfilms tot en met het stille opruimen van de corrupte rommel die Jiang Zemin in Fujian achterliet en het ‘onschadelijk’ maken van zijn rivaal Bo Xilai.
Dams toont hoe het karakter van Xi tezamen met zijn levenservaringen en het zijn van een afstammeling van de Rode adel, hem in staat stelt het pad naar de top af te leggen. De ‘larger than life’ gebeurtenissen die het Chinese DNA gevormd hebben zijn leidend in de manier waarop Xi Dada het Chinese rijk nu terugbrengt naar de positie in de wereld waar het meent recht op te hebben. En dat is bovenaan de wereldpikorde. Xi’s Chinese Droom appelleert daarom aan een nationaal gevoel van grootsheid waarin burgers zich herkennen, maar ook een waar zij aan bij kunnen dragen en zullen profiteren van de economisch vooruitgang. Veel meer dan zijn twee voorgangers Jiang Zemin en Hu Jintao, is hij overtuigd van de noodzaak de CCP veerkrachtig, relevant en machtig te laten zijn om dit doel te behalen. Zonder dit partijapparaat zal China wederom ten prooi vallen aan ongewenste buitenlandse inmenging en aan binnenlandse krachten die steevast de legitimiteit van de partij uithollen.
Macht van de markt vs macht van de partij
Sterk hoofdstuk is waar Dams illustreert hoe de Chinese markt de macht van de partij moet dienen, en niet andersom. Men mag rijk worden, ook partijleden, maar zodra die de macht van de partij uithollen is het over en uit. Xi’s rigoureuze anti-corruptiecampagne kan niemand ontgaan zijn. Op het wereldtoneel speelt Xi steeds minder het spel van internationaal geaccepteerde (lees westerse en liberale) regels en maakt steeds vaker eigen afspraken met landen om gedaan te krijgen wat goed voor China is. Westerse instellingen geven immers geen sluitende antwoorden op China’s unieke groei en globale wensen. Die twee werelden verhouden zich steeds slechter tot elkaar, want China is inmiddels een grote wereldspeler die koersvast doorvaart en de westerse landen tegen elkaar uit weet te spelen, wanneer nodig. Tegelijk weet China op bilateraal niveau landen voor zich te winnen zonder stoot of slag te leveren. Zelfs Taiwan wordt met verschillende charmeoffensieven ontregeld met het oogmerk het eiland weer onder de vleugels van moeder te brengen.
Er zijn wel enkele slordigheden in gekropen. Zo staan enkele jaartallen verkeerd genoteerd: Mao Zedong overleed niet in 1974 (blz 14) en ook niet in 1977 (blz 81) maar in 1976, en het einde van het keizerrijk wordt doorgaans geduid als 1911 en niet in 1912 (blz 24). Bovendien is de uitleg over het sociaal kredietsysteem iets te kort door de bocht neergezet. Maar, in een periode waarin iedereen zich afvraagt ‘wat moeten we met China?’ en de Nederlandse overheid bezig is met het opstellen van een China strategie, had dit boek op geen beter moment kunnen verschijnen. Voor China-kenners én leken die geïnteresseerd zijn in een kantelende wereldorde, een must.
Deze recensie verscheen eerder in verkorte vorm op Crowdblog China2025
Ties Dams werd door mij worden geïnterviewd op 14 februari 2019 tijdens het Guanxi China Café in WTC The Hague. Luister hier.
De Nieuwe Keizer, Ties Dams, Uitgeverij Prometheus, Amsterdam ISBN:9789044636680 €21,99
No comments yet.