Recensie Honk Kong Noir door Chan Ho-Kei
In Hong Kong Noir lopen zes aparte criminele zaken chronologisch van heden naar verleden, dwingt het superieure analytische vermogen van hoofdinspecteur Kwan Chun-dok zijn collega’s iedere keer tot een mengeling van verwondering en afgunst. Hij weet iedere zaak te kraken door feiten, karakters van betrokkenen, inconsistenties in getuigenverklaringen en wat er allemaal verder komt kijken, te mixen om voorts met de raadselen van een gepleegde misdaad te ontrafelen. Daarmee verwerft de lezer gaandeweg meer inhoud over de rechtschapenheid en intelligentie van deze inspecteur.
Tot die tijd kan de lezer meevaren op de golven van allerhande delicten tegen de achtergrond van een Hong Kong dat, al naar gelang we afdalen in het verleden, steeds onherkenbaarder wordt. Fraude en corruptie bij de politie zijn in dit boek schering en inslag – nieuwe agenten die hoopvol beginnen aan een dienende carrière zijn niet opgewassen tegen het ongeschreven dictaat van het politiecorps om steekpenningen aan te nemen om niet uit de toon te vallen. Zowel bestuurlijke als uitvoerende machten zijn niet vies van zaken naar de eigen hand te draaien waardoor je als lezer je afvraagt waar de kentering heeft gezeten waardoor Hong Kong een rechtschapen stadstaat werd. Met de oprichting van ICAC (Independent Commission Against Corruption) in 1974 keert het tij langzaam. In een van de laatste hoofdstukken wordt daar meer inzicht in gegeven.
Het is tegen deze verdorven achtergrond van samenwerking met ondergrondse criminelen en het afpersen van kleine winkeliers door de politie, dat de held van het verhaal, rechercheur Kwan, tegen de stroom in zich ontpopt tot morele scepter-waaier, wars van schimmige politiepraktijken. Zijn adagium is om het volk te dienen. Zijn superieuren herkennen al snel zijn kwaliteiten, en Kwan Chun Dok wordt naar het Verenigd Koninkrijk gestuurd om getraind te worden aan een Engelse politieacademie te volgen. Veel wordt daar verder niet over gezegd.
De verteltrant van het boek is uitermate feitelijk. Hierdoor zijn sommige passages vrij droog omdat de opsommingen niet goed een sfeer weten te scheppen. Bovendien dalen we niet goed in de verschillende personages af, slecht of goed. Zij zijn, punt. Daardoor komen de mensen niet echt tot leven en dat is jammer. Kwan Chun Dok doet nog het meest denken aan de populaire Britse TV Inspector Morse van weleer, een vlijmscherp analytisch vermogen, nooit geld op zak en vaak een tikkeletje nors. Zijn protegé Sonny Lok leert immer van hem, en kan hem nooit te slim af zijn, net zoals Lewis in bovengenoemde serie. Behalve in het eerste hoofdstuk, dan past hij een onorthodoxe methode toe waar zijn leraar trots op zou zijn!
Het lijvige boek zou mijns inziens geholpen zijn bij en apart lijstje van afkortingen, sommige instanties worden wel voluit geschreven en sommigen weer af en toe. Bovendien zullen lezers die minder bekend zijn met de Chinese naamgeving, waarschijnlijk gebaat zijn met een korte duiding, het liefst per hoofdstuk.
Voor liefhebbers van detectives en van Hong Kong, mooi voor op het nachtkastje!
Hong Kong Noir, Chan Ho-kei, Nederlandse vertaling door Annelous Stiggelbout en Mathilda Banfield, Uitgeverij de Geus, januari 2018, ISBN 9789044535525, e-book € 13,99, paperback € 24,99.
Deze recensie van Lilian Kranenburg werd eerder op 22 mei jl gepubliceerd op China2025.
No comments yet.