Ming tentoonstelling De Nieuwe Kerk: ingetogen en sterk

HeBin

Afgelopen week onthulde De Nieuwe Kerk aan de Dam de tentoonstelling MING – Keizers, kunstenaars en kooplui in het oude China (1368-1644) – een periode uit de Chinese geschiedenis die in het Westen vooral bekend staat om zijn blauw-witte aardewerk.  De kunstschatten die in De Nieuwe Kerk getoond worden laten zien hoe beperkt dat beeld eigenlijk is. Een uitmuntende collectie van uiteenlopende objecten hebben de lange reis van het Nanjing Museum naar Amsterdam afgelegd en prijken nu in de mooi uitgestalde donkere vitrines.  In het introductiefilmpje tijdens de persconferentie zien wij hoe het Hoofd tentoonstellingen Marlies Kleiterp een keuze maakt uit de exclusieve objecten die het Nanjing Museum rijk is.

Zo heeft zij onder andere gekozen voor een zijden rolschildering met de afbeelding van een fluit-spelende vrouw door Tang Yin (1470-1524).  De schilder heeft haar met een licht melancholische uitdrukking, zonder sentimentaliteit, maar wel met een grote mate van sereniteit neergezet. Het houdt de aandacht vast.

Tang Yin, Fluitspelende vrouw. Inkt op zijde, 1470-1524 © Nanjing Museum/Nomad Exhibitions

Tang Yin, Fluitspelende vrouw. Inkt op zijde, 1470-1524
© Nanjing Museum/Nomad Exhibitions

De tentoonstelling geeft aandacht aan de stichter van de nieuwe dynastie Zhu Yuanzhang, iemand van nederige boeren komaf die er veel aan was gelegen het rijk te ontdoen van allerlei on-Chinese elementen en invloeden. Het omvergeworpen Yuan-hof werd immers geleid door barbaren uit Mongolië.  In eerste instantie is het bewind er niet op gericht om naar buiten toe te treden, waarschijnlijk toe te schrijven aan de inspanning het rijk te consolideren en langs andere bestuurslijnen richting te geven.  Het is vooral onder de leiding van zijn kleinzoon Zhu Di, ofwel Yongle, dat het rijk tot grote bloei en welvaart komt.  Deze keizer verhuist het hof van Nanjing naar Beijing en laat hier de Verboden Stad bouwen. Een plattegrond van de stad is in de kerk te zien en dankzij een nieuw experiment met 3Dprinter kunnen originele gebouwen in miniatuurvorm gedrukt worden en geplaatst worden op de kaart. Begin februari zal de plattegrond de ondergrond van een miniatuur maquette van de Verboden Stad zijn.

Adembenemende objecten van keramiek zijn, voor mij althans, het diepgele porseleinen bord uit de Chenghua periode (1464-87), de porseleinen pot met lotusvormige deksel uit de Hongwu periode (1368-98), maar ook zeker de donkerblauwe schaal uit de Late Ming-dynastie.  Stuk voor stuk onopgesmukte, krachtige creaties.

Een van tien schilderingen op zijde uit het album van Wang Sheng, late Ming-dynastie © F. Bartholet Collection, Amsterdam

Een van tien schilderingen op zijde uit het album van Wang Sheng, late Ming-dynastie
© F. Bartholet Collection, Amsterdam

Verstoken van enige banaliteit zijn de erotische prenten van de late Ming-schilder Wang Sheng uit de collectie van Ferdinand Bertholet. Deze hangen in een afzonderlijke en mild verlichte ruimte.  Het zijn stuk voor stuk fijne schilderingen op zijde met afbeeldingen van geliefden die op meerdere manieren innig verstrengeld zijn.

Indrukwekkend is de wereldkaart die onder auspiciën van de Jezuïet Matteo Ricci in 1606 te Beijing werd vervaardigd.  Zoals de fraai vormgegeven catalogus zegt, het is een mooi voorbeeld van een kaart die de ‘Europese cartografietechnieken van zijn tijd combineert met de Chinese kijk op de wereld.’ Australië ontbreekt hierop, kennelijk was men nog niet bekend met dit werelddeel, maar de kaart is rijk geïllustreerd met onder andere afbeeldingen van wilde dieren en schepen.

De catalogus besteedt aandacht aan het patronage van de Yongle keizer van uitzonderlijke maritieme expedities onder aanvoering van de moslim-euneuch Zheng He.  In totaal worden er zeven tochten ondernomen, de laatste onder het bewind van de Xuande keizer (1425-35). Dit zijn vlootexpedities van een tot dan toe nog nooit eerder vertoonde omvang, ambitie en technisch brille.  Ofschoon zijn naam wel in de dynastieke tijdlijn wordt vermeld, mis ik de tastbare uitwijding over deze opmerkelijke passage uit de Ming periode die vloten vol kostbaarheden uitvoerde. Het feit dat Zheng He tal van zeeroutes bevoer en de kusten van onder andere Perzië, India, Oost-Afrika en Ceylon aandeed wordt thans door de Chinese overheid aangewend om te bewijzen dat China nooit hegemonistische ambities koesterde, en nu ook niet.  Immers, Zheng He lijfde nergens land in – zijn expedities dienden louter om de grootsheid van het Ming imperium te tonen en de tribuutrelaties nieuw leven in te blazen (en zeer waarschijnlijk om daarmee de legitimiteit van Yongle’s aantreden te onderbouwen.  Ook al gingen die expedities met het nodige machtsvertoon gepaard. Dat is actueel en zou wat mij betreft, als sinoloog, aangehaald mogen worden omdat het een zienswijze aangeeft waar de meeste mensen in het Westen geen weet van hebben. Tegelijk begrijp ik dat deze tentoonstelling geen kapstok kan zijn voor een politieke boodschap, maar het valt niet te ontkennen dat de grootsheid van deze periode en die van het huidige China interessante overeenkomsten vertoont en men in China dit specifieke onderdeel uit het Ming verleden daar graag bijhaalt.

Vanaf de stichting van de Ming tot in de tweede helft van de 17de eeuw is er sprake van een verdrievoudiging van de bevolking. Voldoende voedsel, weinig oorlogen en een stabiele samenleving met groot accent op onderwijs, droegen allen bij tot groei en bloei van de natie. In dit licht biedt de prachtige horizontale rolschildering op zijde een inkijkje in de verschillende vrijetijdsbestedingen van welgestelde vrouwen achter gesloten deuren.

Gedurende de Ming krijgen ambachtslieden en handelaren, laatstgenoemde van oudsher een verguisde klasse, aanvankelijk onbedoeld meer speelruimte en zijn instrumentaal in de handel van porselein en zijde naar het buitenland. Een paar fraaie objecten zijn exemplarisch voor het soort werk dat in China op bestelling werd vervaardigd. Yongle’s diplomatieke belangstelling reikte ook tot in Centraal Azië en omarmde het Tibetaanse boeddhisme. Reeds tijdens de Yuan waren de betrekkingen met het Tibetaanse hof goed, maar dankzij de voortzetting hiervan tijdens de Ming bleef de vraag uit Centraal Azië naar onder andere blauw-wit porselein groot.  Het procédé uit Jingdezhen was reeds bekend onder de Yuan.

Ter illustratie van deze relaties zijn bijvoorbeeld het Wanli bord met Sanskriet inscriptie en de vergulde Tibetaans-boeddhistische pagode – een vernuftig stukje ambacht dat bij toeval teruggevonden werd in een psychiatrische inrichting in 1956 vertelt de catalogus.  Voorbeelden van Delfts aardewerk zijn ook aanwezig.  Kleiterp stelt terecht dat de Delftse pottenbakkers van die tijd het Wanli aardewerk zo goed mogelijk trachtten te imiteren – de wereld omgekeerd met ‘designed in China – made in Holland’ dat toen de modus operandi was.  In feite gaf het hoge ambachtsniveau de Ming haar trademark.  De Ming, stelt De Nieuwe Kerk, was daarom een sterk brand.  Nagenoeg iedereen in de wereld koesterde hun artistieke producten die van een niet te evenaren kwaliteit en schoonheid waren. Ik denk dat die benaming misschien niet helemaal past in het traditionele denken van de sterk neo-confucianistische leiders en denkers uit die periode, maar dat zij geloofden in hun superioriteit en die lange tijd meenden uit te moeten dragen, heeft ontegenzeggelijk bijgedragen aan de grootse reputatie van het Ming-China als hoogstaand en beschaafd land.

Het bezichtigen van deze expositie is daarom alleen al een must.

Ming, keizers, kunstenaars en kooplui in het oude China, tot 2 februari 2014 te zien in De Nieuwe Kerk, Dam, Amsterdam

Recensie door Lilian Kranenburg, ChinaMoves

One Response to “Ming tentoonstelling De Nieuwe Kerk: ingetogen en sterk”