Sleur in het Chinese kindertehuis

 

Er zijn veel initiatieven gelanceerd in het weeshuis Starfish Fosterhome in Xi’an, maar plannen maken en uitvoeren zijn twee verschillende zaken.  Van alle goede ideeën en voorstellen die geopperd worden, velen door opmerkzame en objectieve ‘vrijwilligerpassanten’, komen er maar weinig van de grond of houden geen stand.

Zo is er een handboek: liefdevol in elkaar gezet met de intentie andere vrijwilligers het wiel niet keer op keer zelf uit te laten vinden en om de bijzondere kenmerken van de kinderen te vermelden.  Maar het handboek ligt onder een stapel andere leesstof en eigenlijk kijkt nooit iemand erin. Er zijn voorstellen gedaan om roosters voor schoonmaak activiteiten en de was te maken, maar ook om een lijst bij te houden van alle nodigde projecten.  Echter, zodra deze worden samengesteld verdwijnen zij al weer snel in de la der vergetelheid.  Het resultaat is dat er daardoor ook een zekere hangerigheid ontstaat.  Het idee dat het niet zoveel uitmaakt wat je doet, omdat er weinig of geen gevolg aan wordt gegeven tempert het enthousiasme om weer iets groots aan te pakken.  Dat merk ik niet alleen bij mijzelf maar bij alle andere vrijwilligers.  Gaandeweg leer ik dat het niet of nauwelijks betrekken van de nanny’s bij de initiatieven om het tehuis ordentelijk en efficiënt te runnen een grootste fout is.

De nanny’s verzorgen, voeden en troosten de kinderen.  Waar wij in de westerse wereld gewend zijn aan aandacht die het kind geestelijk prikkelt – liedjes zingen, voorlezen, praten over het speelgoed dat zij in handen hebben, dat gebeurt hier niet.  Tegelijk doen zij een niet te onderschatten belangrijke taak, deze kinderen worden gewassen en gevoed, maar heel veel meer gebeurt er niet.  Van regelmaat wordt gezegd dat het een deugd is, maar hier slaat hij om in een smalle routine waar weinig extra’s bij komt kijken.  Zo zijn er een paar drie-en vierjarigen die zich hebben ontpopt tot kundige driewielerrijders, maar spreken doen ze nauwelijks.

 

Spraakachterstand bij weeskinderen (in China) blijkt normaal te zijn.  Van hen wordt weinig extra’s verwacht en ontwikkelen zij zich als gevolg daarvan minder snel.  Wel dienen wij ons te beseffen dat een andere oorzaak voor de trage spraakontwikkeling ligt in het feit dat de meeste kinderen hier herstellen aan  (een van de vele) operaties aan hun verhemelte.

De oudere kinderen gaan iedere ochtend wel naar klasje waar liedjes worden gezongen en iets aan taal wordt gedaan, maar meestal is na twintig minuten de les voorbij.  De eentonigheid waarmee de kinderen worden geconfronteerd zou doorbroken kunnen worden indien er een praktisch systeem zou zijn waar vrijwilligers gehoor aan konden geven.  Dat hoeft niet zo gecompliceerd te zijn.  Stimulering van de taal door middel van liedjes, plaatjes, tekeningen etc. zouden zo georganiseerd kunnen worden opdat nieuwe vrijwilligers de plank niet misslaan en vrij snel constructief aan het werk kunnen.  Maar het organiseren van takenlijsten om klussen te effectueren die de leefomgeving ten goede komen is net zo nuttig. Veel te veel is nu ad hoc, zonder verdere vooruitblik.  Een klein verzetje zoals vandaag, waarbij de baby’s op handgemaakte lappendekens uit Amerika in pofbroekjes werden neergezet, was dan ook een welkome afleiding!

 

No comments yet.

Leave a Reply